Na het schrappen van de Plastic Taks en de Nationale Circulaire Plastics Norm (NCPN), komt de Circulaire Plastic Tafel met nieuwe maatregelen om recycling in Nederland te stimuleren. De industrie verzette zich tegen de eerdere plannen vanwege het risico op een ongelijk speelveld, dat Nederlandse producenten zou benadelen.
De Plastic Taks: goed idee, verkeerde uitwerking
De Plastic Taks was bedoeld als een belasting op vervuilend, fossiel plastic. Met deze heffing zou elke kilo geproduceerd fossiel plastic extra worden belast, om zo het gebruik ervan te ontmoedigen en recycling te stimuleren. In de praktijk zou de maatregel echter leiden tot duurdere plastics in Nederland. Het gevolg: Nederlandse plasticproducenten zouden een concurrentienadeel hebben ten opzichte van buitenlandse producenten. En dat zonder duidelijke positieve impact op de recycling van plastics.
NCPN-verplichting schaadt Nederlandse producenten
De regeling voor de Nationale Circulaire Plastics Norm (NCPN) verplicht producenten om een minimumpercentage gerecycled materiaal (recyclaat) te gebruiken in nieuwe plastics. Deze verplichting gold echter alleen voor plastics die in Nederland worden geproduceerd. Omdat recyclaat op dit moment duurder is dan nieuw, fossiel plastic, stijgen de kosten voor Nederlandse producenten – terwijl buitenlandse producenten buiten schot blijven. Het gevolg is een ongelijk speelveld, met banenverlies, verschuiving van productie naar het buitenland en géén verbetering van de plasticsrecycling.
De maatregelen van de Circulaire Plastic Tafel
De Circulaire Plastic Tafel heeft nu een set van maatregelen voorgesteld die moeten leiden tot een toename van plasticsrecycling in Nederland:
1. Producenten en retailers zetten zich in voor uitsluitend gebruik van circulaire plastics in verpakkingen. Hiervoor geldt wel dat een verbetering van de recyclaatkwaliteit nodig is. Er is op dit moment te weinig kwalitatief goed recyclaat voor toepassing in verpakkingen. Een set van sub-maatregelen gericht op tariefdifferentiatie en innovatie moet op termijn tot verbetering leiden – bijvoorbeeld door verpakkingen met een recyclebaar ontwerp financieel aantrekkelijker te maken dan minder duurzame varianten.
2. Het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en andere overheidsorganisaties verhogen de inzet op circulair plastic via de inkoop van producten met gerecycleerde plastics. Dit kan op korte termijn al leiden tot een grotere vraag naar recyclaat van hoge kwaliteit.
3. De Circulaire Hefboom belast het aandeel fossiel plastics in een product. Hierdoor wordt de inzet van recyclaat juist beloond. Met het Digitaal Product Paspoort (DPP) moet het aandeel fossiel en recyclaat plastic worden vastgesteld. Maar, er is nu nog weinig praktijkervaring met de toepassing van DPP. Door meer ervaring op te doen, kan dit in de toekomst een effectieve en betrouwbare manier zijn.
4. Het beperken van de meerkosten in de circulaire plastics ketens, betekent een betere concurrentiepositie voor recyclaat t.o.v. fossiel plastics. Als we manieren vinden om de extra kosten die gepaard gaan met de productie van recyclaat te verlagen – bijvoorbeeld door goedkopere energie beschikbaar te maken voor plasticproductie – dan kan dat de inzet van recyclaat op korte termijn stimuleren.
Van plan tot uitvoering
Met deze set van uitgewerkte maatregelen is er een plan ontstaan dat op korte én lange termijn effect heeft op de inzet van plasticrecyclaat. Ook vergroot het de innovatiekracht en het perspectief van de industrie. Al deze maatregelen kunnen daadwerkelijk leiden tot een toename van gebruik van recyclaat. De bal ligt nu bij de politiek: als het plan goedgekeurd wordt, kan de industrie de maatregelen implementeren. Als ketenregisseur van innovatie voor circulaire plastics, zal ISPT samen met de industrie en kennispartijen werken aan de uitvoering van dit plan.