Nederland bouwt ambitieus aan een circulaire economie: een wereld waarin we zo zoveel mogelijk materialen en grondstoffen hergebruiken en zo weinig mogelijk weggooien. En de gunstige geografische locatie van Nederland met pijpleidingen en uitstekende zee-, rivier- en wegverbindingen naar het Europese achterland biedt daarbij volop kansen voor de Nederlandse procesindustrie.
In Europa wonen 450 miljoen consumenten. De meeste van hen willen best duurzaam leven, maar ze willen ook leuke kleding dragen, in een prettig huis wonen, comfortabel van A naar B kunnen reizen en mooie spullen om hun leven aangenaam en comfortabel te maken. De realiteit is simpel: ook in 2050 hebben spullen nodig voor ons dagelijkse leven. En die spullen worden gemaakt door de procesindustrie. Volledig ontspullen is – ook voor duurzamere burgers – nauwelijks een optie.
Dus als we willen verduurzamen, moeten we ervoor zorgen dat die goederen al circulair en CO2-neutraal zijn vóórdat ze op de markt worden gebracht.
Hoe ziet de wereld eruit in 2050?
In 2050 gebruiken we duurzame energie – uit zon, wind en waterstof en andere duurzame brandstoffen – voor productie, transport en mobiliteit. We leven natuur-inclusief en borgen biodiversiteit. Want meer ruimte voor de natuur betekent bescherming tegen hitte, droogte en plotselinge wateroverlast. Huizen zijn veelal modulair, circulair en opgetrokken uit natuurlijke materialen die CO2 opslaan.
Steden zijn auto-luw en de voedselvoorziening geschiedt op basis van een regeneratief landbouwsysteem met meer focus op korte ketens en seizoensgebonden producten.
Materialenpaspoorten stellen ons in staat om de productieketens beter te doorgronden en als consument kunnen wij onze aankoopkeuzes afstemmen op geleverde prestaties op duurzaamheid en circulariteit. We zullen anders met goederen en grondstoffen omgaan. We gaan meer lenen en delen, meer hergebruiken en repareren om zeker te stellen dat we binnen de grenzen van de fysieke draagkracht van de planeet blijven. Van geretourneerde plastic flessen en oude verpakkingen maken we nieuwe kunststoffen. Zelfs in de ontwerpfase denken we al goed na over het produceren, inzamelen en hergebruik van materialen en producten, want dat zorgt voor minder afval en minder verspilling van grondstoffen.
De materialentransitie kost véél energie
Maar om deze volledig circulaire industrie te realiseren hebben we veel energie nodig. De technologie die we nodig hebben voor een circulaire industrie draait vooral om het afbreken van chemische componenten, om die vervolgens te transformeren naar goede basisgrondstoffen. Dat kost naar schatting een factor 4 aan energie. In de chemiesector is bijvoorbeeld meer energie nodig om afval en biogrondstoffen te gebruiken als vervanger voor minerale oliën.
En precies daar liggen kansen voor Nederland. Want Nederland heeft, dankzij onze ligging aan de kust, toegang tot grote hoeveelheden relatief goedkope, duurzame energie.
Waarom kost de materialentransitie zoveel energie?
- Herontwerp van productieprocessen: Het herontwerpen van producten en processen vereist onderzoek, ontwikkeling en het aanpassen of volledig vernieuwen van productielijnen. Dit vraagt een aanzienlijke hoeveelheid energie, vooral in de beginfases.
- Recycling en upcycling: Het proces van het verzamelen, sorteren, en verwerken van afvalmaterialen tot nieuwe producten kost veel energie, o.a. voor het smelten, raffineren en omvormen van gerecyclede materialen.
- Logistiek: De circulaire economie verhoogt de complexiteit van logistieke operaties, zoals het inzamelen van gebruikte producten uit heel Europa, het transporteren naar verwerkingsfaciliteiten en het distribueren van gerecyclede of gerepareerde producten.
- Technologieontwikkeling: Ook het ontwikkelen en implementeren van nieuwe technologieën die nodig zijn voor effectieve recycling, hergebruik en reparatie van materialen en producten vraagt meer energie.
- Kwaliteitsbehoud en -verbetering: Het behouden of verbeteren van de kwaliteit van gerecyclede materialen tot op het niveau van nieuwe materialen is energie-intensief.
- Overgangsperiode: Tijdens de overgangsperiode naar een circulaire industrie bestaan traditionele en circulaire processen naast elkaar, wat kan leiden tot inefficiënties en tijdelijk hoger energiegebruik.
Nederland is een aantrekkelijke locatie voor de energie-intensieve circulaire industrie
Tjeerd Jongsma, directeur ISPT
Waarom is een circulaire economie zo belangrijk?
Waarom is die circulaire economie nou zo belangrijk? In de eerste plaats omdat we de aarde uitputten. We gebruiken nu al elk jaar meer dan de aarde kan bieden. We putten de aarde – met alle natuurlijke hulpbronnen en grondstoffenreserves – uit. Onze kinderen en kleinkinderen zullen dit gaan merken met toenemende schaarste en hebben naar verwachting een lagere welvaart dan de huidige generatie.
In de tweede plaats is de circulaire economie belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan. Het produceren van gebruiksartikelen en het winnen van grondstoffen kost veel energie en zorgt voor CO2- en andere broeikasgasemissies. Daarmee warmt de aarde op. Hoe meer we verbruiken en consumeren, hoe minder comfortabel het wordt om op aarde te leven. We zullen dus zuinig en slimmer moeten omgaan met onze kostbare grondstoffen. Ook moet de energie die we gebruiken van hernieuwbare bronnen komen, zoals zon, wind en water.
Hoe doet Nederland het tot nu toe?
Uit het Circularity Gap Report NL van Deloitte en Circle Economy weten we dat Nederland het mondiaal niet slecht doet qua circulaire inrichting van zijn economie en maatschappij. Nederland is inmiddels voor 24,5% circulair, terwijl het internationale gemiddelde op zo’n 8,6% ligt. Toch verdwijnt er nog steeds 3/4 van onze grondstoffen – of wordt simpelweg verbrand in verbrandingsovens.
Jaarlijks gaat er 167 miljoen ton aan mineralen, fossiele brandstoffen, metalen en biomassa verloren op een totaal verbruik van 221 miljoen ton. Die 167 miljoen ton moet zijn weg terug gaan vinden in de verschillende kringlopen voor productie. Er is dus nog veel werk aan de winkel.
Waar liggen dan precies de kansen voor Nederland ?
Volgens Tjeerd Jongsma, directeur van het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) in Amersfoort biedt een circulaire industrie volop kansen voor de Nederlandse economie, werkgelegenheid en innovatieve bedrijven en sectoren zoals bijvoorbeeld de procesindustrie.
Tjeerd Jongsma: “De energie- en materialentransitie moeten integraal aangepakt worden. Je kunt ze niet los benaderen. Vanuit onze integrale visie op deze 2 transities komen er voor kustnatie Nederland enkele interessante toekomstperspectieven in beeld. Want in 2030 willen we als Nederland al zo’n 21 gigawatt aan windenergie op zee produceren, 75% van het huidige electriciteitsverbruik in ons land. In 2040 moet er al 50 gigawatt aan windvermogen op zee worden opgewekt en in 2050 al zo’n 90 gigawatt. Dat is een belangrijke troefkaart. Want om al die energie naar het Eurpese achterland te krijgen, is een enorme investering nodig voor het uitbreiden en moderniseren van de electriciteitsnetten. Dat kost naar schatting meer dan 120 miljard euro. En dat betekent dat de prijzen voor elektriciteit, bijvoorbeeld in het Duitse Ruhrgebied, veel hoger zullen zijn dan bij ons, langs de kust. Behalve de wind op zee, hebben wij ook toegang tot grote hoeveelheden groene waterstof, ammoniak en methanol die aankomen in de Nederlandse havens én hebben we uitstekende zee-, rivier- en wegverbindingen naar het Europese achterland, die ons toegang geven tot 450 miljoen Europese consumenten die duurzaam en circulair willen leven.”
Houd de Nederlandse industrie hier
Conclusie: de zware industrie in Nederland kan in 2050 volledig circulair en klimaatneutraal zijn. Maar dan moeten we die wel hier houden, hier vergroenen hier innoveren. In ons aller belang.
Over ISPT
ISPT is een non-profit organisatie die samenwerkt met ruim 150 partners (van gevestigde orde tot startups, scaleups en kennisinstellingen) aan de transitie naar een circulaire en CO2-neutrale procesindustrie. Het verduurzamen van de industrie is zo complex geworden, dat bedrijven het niet langer alleen kunnen. Je kunt als bedrijf alles wel zo circulair mogelijk ontwerpen, maar het systeem werkt pas écht goed als iedereen op dezelfde manier werkt: je toeleveranciers, je afnemers en andere partijen in de keten. Daar komt ISPT om de hoek kijken.
Als onafhankelijke partij kijken we over de ketens heen en faciliteren we een veilige omgeving waarin bedrijven kunnen samenwerken. We bundelen vragen vanuit de industrie in thematische programma’s, zoals waterstof, plastics of warmte, en koppelen op die manier organisaties aan elkaar. Vervolgens bekijken we deelvragen en -oplossingen, op basis waarvan we projecten initiëren en financiering zoeken. Zo zorgen we ervoor dat de transitie(s) in een versnelling komen.
Wil je weten wat we voor jou kunnen betekenen? Abonneer je op onze nieuwsbrief, word lid van onze community op LinkedIn of neem contact op met ons team.